I ❤ Jamie

Al zeker 100 jaar ben ik fan van Jamie Oliver. Vanaf de allereerste keer dat ik zijn kookprogramma op tv zag, was ik hooked. Wat een leuke jonge hond! Wat een frisse kop! Wat een hippe jeans en funky sneakers, en wat kookt ie lekker makkelijk. Elke week zat ik voor de buis, te genieten van al het lekkers dat voorbij kwam, en dan bedoel ik niet alleen de gerechten. En nee, ik bedoel ook niet dat ik hém nou persé een lekker ding vond. Nee, ik genoot van de manier waarop het programma gefilmd en bedacht was: gewoon bij Jamie thuis of in ieder geval in zijn buurtje, en met zijn vrienden. Ik vond zijn interieur leuk, zijn vriendin, zijn vespaatje en bij wijze van spreken zijn kaasboer. Nou ja. Het was gewoon helemaal mijn ding.

Fifteen kwam, een geweldig concept. Deed hij slim. En zijn project om de Britse school-lunches te verbeteren. Niet slecht. En ondertussen kwam natuurlijk ook nog ieder jaar een nieuw kookboek van hem uit… Ik vroeg me af hoe lang het zou gaan duren voor hij met zijn eigen magazine op de markt kwam. En ja hoor! Zo’n twee jaar geleden zag ik Jamie Magazine voor het eerst in de boekwinkel liggen. Mijn hart maakte een sprongetje. Ik pakte het uit het schap en sloeg het open. Hallelujah! He did it again. Die foto’s! Die vormgeving! Die illustraties! Die fonts! Die recepten! Jamie stelde mij wederom niet teleur.

Twee keer heb ik hem ontmoet: een keer bij de signeersessie van één van zijn boeken (zie foto!) en een keer bij de opening van Fifteen Amsterdam, waar ik als pers bij aanwezig was. Had ik misschien beter niet kunnen doen. Want zo’n jonge hond was hij ineens helemaal niet meer. Een beetje vadsig ook. Misschien had ik te hoge verwachtingen. Misschien kwam het door de horden fans die om hem heen krioelden. En ik vind het erg om toe te geven, maar in het echt viel hij me toch een beetje tegen.

Plaats een reactie